Manga – en hoe de vertederende Astro Boy veranderde in de drugsverslaafde Tetsuo uit Akira

Parallelle werelden, Kafkaiaanse narratieve structuren, personages die volledig de kluts kwijt zijn en magische denkbeelden. Misschien is manga wel een beetje te vergelijken met Jazz. Of je raakt hopeloos verstrikt en kunt er helemaal niks mee, of je wordt een onvoorwaardelijk fan die met buikpijn ligt te wachten op het volgende exemplaar. Manga is meer dan getekende plaatjes van poppetjes met grote ogen – het is een cultuur. Een cultuur die enorm populair werd onder jonge liefhebbers die inmiddels volwassen zijn. En dat betekent dat manga niet langer voor alleen de jongere generatie is, maar de afgelopen jaren steeds meer op een ouder publiek wordt gericht.
Voor het grote publiek zijn Pokémon en Dragon Ball Z op dit moment misschien de meest bekende voorbeelden van de typische uiterlijke kenmerken van manga. Grote ogen, opvallende wilde kapsels en sportief uitziende vechtersbaasjes of stoere vrouwen en soms juist ook weer hele lieve plaatjes (denk aan Pickachu). Een versmelting van allerlei invloeden.

Oorsprong van manga

Manga kan direct vertaald worden als ‘strip’ (‘comic’ of ‘schets’) en waar de oorsprong daarvan ligt, is een interessant vraagstuk. Verhalen over de geschiedenis van manga zijn breed en eindeloos en bovendien allemaal betwist. Waar de één sterk van mening is dat dit volledig ontsproten is uit de Japanse cultuur, menen anderen weer heel nadrukkelijk de westerse invloeden terug te zien.
Zo wijzen verschillende kunsthistorici de Japanse Hokusai aan als de grondlegger van de intrigerende plaatjes. Hij leefde van 1760 tot 1849 en was een zogeheten prentkunstenaar, schilder en tekenaar. Hij hield zich vooral bezig met het maken van houtsnedeprenten die de Japanse naam ukiyo-e dragen. Eén van zijn werken was Hokusai Manga (de schetsen van Hokusai) – een soort prentenboek met plaatjes van alles wat in zijn tijd (Japan in de negentiende eeuw) te zien was. Het boek wat dus de titel ‘manga’ droeg en waar deze benaming van nu uit voort lijkt te komen.

Hokusai-Manga-print
Hokusai Manga

Anderen zijn weer van mening dat manga terugslaat op ontwikkelingen nog veel verder terug in de geschiedenis, namelijk de 12e eeuw. Op dat moment ontstond de Kamishibai (het papierendrama), wat een soort Japans straattheater was. Monniken gebruikten deze vorm van theater om – veelal moralistische – verhalen te vertellen aan hun (ongeletterde) publiek. In een soort lichtbox draaiden tijdens het verhaal van de monnik tekeningetjes voorbij die de woorden illustreerden. Als het ware een soort strips voor hen die niet konden lezen.
En ook in de 13e eeuw werden al verhalen verteld in kleine tekeningetjes, de Chōjū-jinbutsu-giga, die eveneens als voorloper van humoristische stripjes gezien worden. Het is een karikatuur waarin priesters bespot worden door ze uit te beelden als dieren en waarvan (niet heel verwonderlijk) niet met zekerheid te zeggen is door wie het ooit werd gemaakt. Ze werden – net als het Japans nu – gelezen van rechts naar links. Ook zijn er snelheidsstreepjes te zien om beweging aan te duiden, iets wat nu natuurlijk nog steeds in vooral striptekeningen veel gebruikt wordt.

Chōjū-jinbutsu-giga-manga
Chōjū-jinbutsu-giga

Ook de latere kibyoshi (18e eeuw) zijn verhalen met plaatjes en begeleidende tekst. Specifiek in hun vorm ontstaan omdat de tekens van het Japans, die op zichzelf feitelijk al plaatjes zijn, het makkelijkst direct in te voegen waren en daarom meteen naast de tekeningen op een blok hout uitgesneden werden. En zich zo vermengden met de plaatjes.
Anderen menen juist dat manga alle kenmerken heeft van de Amerikaanse strips (denk aan de grote ogen van de Disneyfiguren en Fleischer’s Betty Boob), die door de soldaten ten tijde van de wereldoorlog en de periode die daarop volgde van de bezetting van Japan, het land in kwamen. Na een zwaar militaire en ultranationalistische periode van Japan, bouwde het zijn politieke en economische infrastructuur weer op, met het schaamrood nog op de wangen. Kunst en tekst waarin oorlog werd verheerlijkt, werd niet gewaardeerd. Tegelijkertijd werden alle vormen van censuur opgeheven, wat artistieke vrijheid deed opbloeien en waardoor invloeden van buitenaf – van Amerika vooral – steeds meer binnengelaten werden. Samen maakte dat, dat dit de tijd werd waarin twee heel beroemde mangafiguren geboren werden: Osamu Tezuka’s Mighty Atom (Tetsuwan Atomu of het latere in de VS genoemde Astro Boy) en Machiko Hasegawa’s Sazae-san.

Astro Boy

Astro Boy was een stoere sterke robot en tegelijkertijd een ongelooflijk aandoenlijk, naïef klein jongetje. De strip vertelt dat hij als robot werd gebouwd door een rouwende vader, naar evenbeeld van zijn zoontje dat omgekomen was bij een auto-ongeluk. De wanhopige vader ontdekt al snel dat de jongen nooit zijn zoon van vlees en bloed zou kunnen vervangen; hij wordt immers niet ouder en heeft geen menselijke DNA. Astro Boy wordt daarom verkocht aan een circus, waar hij wordt gescout door een professor die de wonderlijke emoties van de robotjongen opmerkt, hem overkoopt en motiveert om te strijden tegen misdaad en onrecht. Het sterk ontwikkelde sociale geweten en de op de gemeenschap gerichte heldenmoed, staken scherp af tegen de keizeraanbidding en militaristische gehoorzaamheid die werd afgedwongen tijdens de vorige periode van het Japanse imperialisme. Astro Boy werd in no-time immens populair in Japan en ook daarbuiten, gevierd als een icoon en held van een nieuwe wereld van vrede. Astro Boy werd vervolgens ook als anime (Japanse tekenfilm) uitgebracht.

astro-boy-anime-black-white
Osamu Tezuka’s ‘Astro Boy’

Sazae-san

Sazae-san (wat betekent: mevrouw Sazae) was de vrouwelijke tegenhanger, getekend in 1946 door Machiko Hasegawa – een jonge vrouwelijke kunstenaar die van haar heldin een sterke liberale, eigenzinnige, licht feministische vrouw maakte. Sazae-san heeft geen gemakkelijk leven (herkenbaar voor de vele Japanners die na de bezetting worstelden met een arm bestaan), maar net als Astro Boy is ook zij zeer verbonden en nauw betrokken bij haar familie. Ze heeft nadrukkelijk een mening en is krachtig, wat eveneens in schril contrast stond met de vrouwelijke zachtmoedigheid en volgzaamheid uit het regime daarvoor. Sazae-san ziet de wereld met opgewekte veerkracht tegemoet, een optimisme waar iedereen aan toe leek te zijn. Het resultaat? Er werden in de loop van de halve eeuw die erop volgde meer dan 62 miljoen exemplaren van verkocht.

sazae-san-manga
Machiko Hasegawa’s ‘Sazae-san’

Kawaii

Vlak na de zoete Astroboy en de vriendelijke Sazae-san ontstond een cultuurstijl die vooral in de jaren 70 in Japan zijn intrede deed: Kawaii. Letterlijk vertaald staat het voor ‘schattig’ of ‘lieflijk’. Het is eigenlijk alles wat kwetsbaar, verlegen, charmant en lief lijkt. Niet alleen terug te vinden in getekende poppetjes, maar ook bijvoorbeeld in mode. Pastelkleuren, vaak een hoge aaibaarheidfactor (zacht en pluizig) en kinderlijk. Het schoolvoorbeeld dat insloeg als een bom, is het wereldberoemde katje Hello Kitty.
Aanvankelijk vooral voor (en door) jonge meisjes tot een jaar of 18 gemaakt, maar later was de liefde voor kawaii steeds minder leeftijdsgebonden. Grote bedrijven (overheid, vliegtuigmaatschappijen) gebruiken kawaii-mascottes om hun producten te ‘verhippen’. Zo zijn er op verschillende vliegtuigen met onder meer de hartveroverende Pickachu en Piplup erop.

pokémon-plane-kawaii-ANA
Kawaii vliegtuig van All Nipon Airways (ANA)

Akira

Een volgende mangaklapper in de geschiedenis, die in níets meer Kawaii is, is Akira: een cyberpunk-manga gemaakt door Katsuhiro Otomo in 1982. In de verhaallijnen van deze manga komt heel nadrukkelijk de complexiteit die vaak in de verhalen is aangebracht, naar voren. In een notendop gaat Akira over een jongen, Tetsuo, die lid is van een motorbende. Op een dag raakt hij verwikkeld in een ongeluk met een mysterieus kind (wat later Akira blijkt te zijn), wat het moment zou markeren van waar hij bijzondere psychokinetische krachten begint te ontwikkelen. Krachten die zwaar op hem beginnen te drukken, zowel mentaal als fysiek, en waar hij alleen mee kan leven door vol aan de drugs te gaan. Tetsuo ontwikkelt een woede en vernietigingsdrang, waarmee hij uiteindelijk zelfs een eerdere vriend op brute wijze om het leven brengt.
Of dat nog niet genoeg is, liggen er ook nog ethisch zeer onverantwoorde experimenten aan de jongens ten grondslag, die aanleiding zouden zijn geweest van een verwoest Tokio, wat vervolgens weer de aanzet vormde tot WOIII. Akira ligt later bevroren onder de grond, maar Tetsuo weet hem te redden en sticht een nieuw koninkrijk op, waar Akira koning en hij minister wordt. Als Tetsuo op een dag een kijkje in het hoofd van Akira neemt (want ook dat kan gewoon) ziet hij zulke afschuwelijke taferelen dat hij in catatonie (een apathische toestand) terechtkomt. Tetsuo ontwaakt uiteindelijk weer, maar leert dat hij van de drugs moet afkicken om zijn krachten verder te kunnen ontwikkelen.
Tetsuo vernietigt later nog een stuk van de maan, gevoelens verlaten zijn lichamen, hij reist door de tijd en uiteindelijk ontpopt een plot dat misschien nóg wel weer meer vragen dan antwoorden geeft. Kortom, een verhaal dat – net als Tetsuo zelf – in een voortdurende trip lijkt te zitten.

Het razendpopulaire Blame uit 1998 met masteredities van een paar jaar terug, de gekte omtrent cosplay met complete outfits in mangastijl, de ontwikkelende stijl van manga die oprukt naar Europa en ook alle connotatieveranderingen die het nog steeds doorgaat. Manga heeft alle stappen – van een slecht imago vanwege geweld en obscure seks, naar lieflijke kinderverhalen met antihelden, van gitzwarte punk en gothic naar schattige figuurtjes en vrolijke motiefjes met strikjes – doorlopen. En legt nog altijd een nadrukkelijke stempel op alles in Japan en daarmee ook op andere plekken in de wereld.
De jonge liefhebbers van het genre uit de jaren 80 en 90 zijn inmiddels volwassen en vaak nog steeds geïntrigeerd door het Japanse vermaak – er steeds ook weer een andere draai aan gevend. Eén ding is zeker: de hoogtijdagen van manga lijken voorlopig nog niet voorbij.

Tags: , , ,